Vannacht droomde ik van jou
Jij die met de kracht van je geest
Een wereld bouwt waarin wij kunnen leven
Waarin niets is wat het is geweest
Jij die draken en engelen kneedt
Hen uit het duistere niets doet ontwaken
En dan onderwerpt, aan je voeten dwingt
Zodat zij over me waken
Jij die biedt wat niemand ooit bood
Je hart, puur en ongeschonden
Dat over mij heerst, wiens wil geschiedt
Ik lig in jouw ketenen, ongebonden
Wanneer komt de tijd dat ik je weerzie?
Al duizenden levens bemin ik jou
Overstijg de wetten des doods en vind me snel
Verdrijf met je tranen de ijzige kou
Naar boven
terug naar
gedichten
|