|
Bertha zat aan de tafel in de keuken, en hakte de bosaardbeitjes
in kleine stukken. Haar oude gerimpelde vingers bewogen snel over het
tafelblad, en de stapel rode vruchten werd snel kleiner. Er heerste een
vredige stilte in het huis, die enkel doorbroken werd door het tikken
van de klok, tot buiten het spottend gelach van enkele kinderen weerklonk.
Plotseling vertraagden Bertha's bewegingen, en vermengden tranen zich
met het bloedrode sap. Met een ruk trok ze de gordijnen dicht. Ze zou
zich toch niet laten doen door die bende snotapen! Ze zette zich aan de
tafel en ging verder met het maken van haar confituur.
Drieënzeventig was ze nu, en pas de laatste twee jaar voelde Bertha
zich vrij. Dat wil zeggen, als je de loensende blikken en schuine glimlachjes
van de dorpsbewoners niet meetelde. Maar Bertha was te oud om nog te verkassen,
en wilde haar huis en groentetuintje niet achterlaten. Niet nu ze zich
eindelijk mens voelde, eindelijk leefde.
Jaren geleden al had Bertha gevoeld dat ze anders was. Niet dat ze meteen
de aandacht trok in een menigte, of de behoefte voelde overal bovenuit
te steken, maar ze was niet zoals de meeste mensen. Toen durfde ze zich
nog niet Bertha noemen, maar heette ze nog Robert, omdat ze de ongelooflijke
pech had geboren te zijn met 'dat ding', zoals ze haar penis noemde.
Robert had al van jongs af een teer gestel. Op het platteland, waar een
man sterk en ruw moet zijn, was de jongen een buitenbeentje, dat een ideaal
doelwit vormde voor pesterijen of totaal genegeerd werd. Zijn vader noemde
hem een mietje, en besloot dat een harde opvoeding de enige oplossing
was voor zijn oudste zoon. Nadat elke poging om van zijn zoon een 'echte'
man te maken mislukte, vermeed zijn vader elk contact met hem.
Robert's moeder voelde zich al gelukkiger met de 'vrouwelijke'
interesses van haar zoon. Vijf jongens had ze op de wereld gebracht, haar
enige dochter werd dood geboren. Stiekem besloot ze haar vrouwelijke vaardigheden
aan haar zoon door te geven. Al snel bleek Robert liever te borduren dan
paard te rijden, liever te koken dan op jacht te gaan.
Hoewel het voor iedereen duidelijk was dat Robert niet voor nageslacht
zou zorgen, trouwde hij toch met een meisje uit de buurt. Jaren woonden
ze samen, in een vriendschappelijk maar liefdeloos huwelijk, dat voortkabbelde
op het ritme van alledag. Toen werd Robert's vrouw ziek. Ze vocht tegen
de ziekte die haar langzaam verteerde, maar doofde langzaam uit.
Na de begrafenis verkeerde Robert een hele week in diepe rouw. Toen schudde
hij zijn verdriet van zich af en besloot hij haar kasten leeg te maken.
Zodra hij haar ondergoed in handen had, ging er een siddering door zijn
lijf. "Niemand kan me nu nog iets maken", flitste er door zijn
hoofd. "Eindelijk kan ik mezelf zijn."
Op die dag stierf Robert, en kwam Bertha tevoorschijn. En ze zou zich
niet meer op haar kop laten zitten.
De dorpelingen reageerden eerst verrast en vol ongeloof
op Bertha's verschijning. Overal werd ze met open mond aangestaard, en
enkele oudere inwoners knikten terwijl ze tegen elkaar zeiden dat ze het
altijd al hadden geweten. Bertha rechtte haar rug, stak haar neus in de
wind, en negeerde het gefluister en gegiechel. "Het zou zijn tijd
wel duren", dacht ze.
Nu, twee jaar later, was ze daar niet meer zo zeker van. Had ze als Robert
nog enkele vrienden gehad waar ze bij terecht kon, voor Bertha was er
nergens plaats. Stiekem had ze erop gehoopt mee te kunnen gaan bridgen
met de dames uit het dorp, maar op haar schuchtere pogingen om contacten
te leggen reageerden de vrouwen afwijzend, met een hooghartige blik. Met
de komst van Bertha was ze de paria van het dorp geworden.
"Het is niet eerlijk", dacht ze bij zichzelf terwijl ze woest
op de bosaardbeitjes inhakte. "Ik ben meer vrouw dan al die burgertrutten
samen! Als ik dat ...ding maar niet had." Een trilling van afschuw
vertrok uit haar nek en kronkelde langs haar ruggengraat naar beneden.
In een vlaag van woede ontblootte ze zich en greep haar mes. Een luide
kreet galmde door het huis, en het leek of de dieren in de omgeving hun
adem even inhielden.
De volgende dag vonden ze haar, de bosaardbeitjes gedrenkt in tranen en
bloed.
Naar boven
terug naar
verhalen
|