Een duister gehijg vult de nacht
Gehijg dat hart en ziel verdooft
Gehijg dat me vervult van macht
Zodat ieder me op mijn woord gelooft
Ik kronkel me, volg nooit de weg
Ik wik en weeg mijn woorden
Raak in extase van wat ik zeg
Geen lippen die me zo bekoorden
Ik gebied slechts één enkele god
Ben mijn eigen slaaf en meester
Schik me naar zonde noch gebod
Tot ik ieder overmeester
Mijn eigen wereld is al wat telt
De rest van de mensheid is slecht en ziek
Ik aanhoor de lokroep van het geld
Wat rest me dan nog, dan de politiek?
Naar boven
terug naar
gedichten
|