Home

Verhalen

Gedichten

Non-fictie

Wie ben ik?

Contact

Hoe een toerist lijden kan

Onder een lekker ochtendzonnetje zitten mijn vriend en ik op een terrasje te genieten van een stevig ontbijt, als er op enkele meters van ons een meeuw neerstrijkt met in zijn bek een dode rat. Terwijl wij onze zachtgekookte eitjes krijgen, begint het dier met glinsterende oogjes de rat aan stukken te trekken, tot groot ongenoegen van de Duitse toeristen die er haast naast zitten te ontbijten. De vrouw probeert nog haar zicht af te schermen en de meeuw zoveel mogelijk te negeren, maar als die met zichtbaar genoegen de rattendarmen ontdekt heeft, geeft de toeriste het op en schuift ze -lichtjes groen om de neus- haar ontbijt van zich af.

Eén dag later zitten we opnieuw op een terrasje, deze keer in de Noord-Afrikaanse wijk. Ik moet toegeven, het is een vreemde buurt voor wie ze niet gewend is. Grote zwarte mannen in kleurrijke gewaden staan in groepjes met elkaar te praten, de wat lichtere Noord-Afrikanen stallen hun schamele koopwaar uit of spreken je aan met "marlboromarlboro" om illegaal ingevoerde sigaretten te verkopen, en oude vrouwtjes schuifelen tussen de resten van de groentenmarkt, op zoek naar restjes groenten waar ze de slechte kantjes nog af kunnen snijden.
In zo'n buurt op een terrasje gaan zitten, is een ervaring apart. Niet alleen zijn er al die kleurrijke figuren, maar het aantal toeristen dat er met grote ogen naar al die drukte komt kijken, en zich duidelijk zichtbaar staat af te vragen waar ze in hemelsnaam verzeild zijn geraakt, staat ook garant voor kijkplezier. Al blijkt het sommige toeristen toch teveel te worden: één koppel kijkt angstig naar de zwarte mannen aan de zijkant van de weg en de bruine mannen achter de kraampjes, en zet het met een rotvaart op een lopen, paniekerig om zich heen kijkend naar de snelste vluchtweg.

Naar boven

terug naar non-fictie